
Passieve modus gebruiken
"Passieve modus" betekent dat de computer met Transmit netwerkverbindingen maakt met de FTP-server. Andersom, in niet-passieve modus, zal de FTP-server verbindingen maken met de computer waarop Transmit draait.
Als de computer met Transmit achter een netwerkfirewall staat, of een NAT-router (zoals een normaal ingestelde Airport Base Station), is passieve modus meestal vereist.
Passieve modus is standaard actief en hoeft niet uitgeschakeld te worden tenzij u problemen ondervindt bij verbinden met, of bij het overhalen van bestanden van/naar een FTP-server.
Om passieve modus aan of uit te zetten, kiest u Transmit > Voorkeuren.
Druk op de knop Netwerk.
Activeer of deactiveer optie met de naam "Passieve (PASV) modus voor overdrachten".
Het is ook mogelijk om per favoriet in te stellen of Transmit passieve modus gebruikt. Zie ook Een favoriet wijzigen voor meer informatie.
Passieve modus wordt alleen in FTP-verbindingen gebruikt. Het is niet relevant voor andere protocollen zoals SFTP of WebDAV.